Een bericht van de burgemeester over de coronacrisis. (Brief van 24 juni 2020)
ZWIJNDRECHT - Beste Zwijndrechtenaren,
De zomer is begonnen. En hoe! Met hele warme dagen. Misschien wel een hittegolf zo vroeg in het seizoen. Veel mensen vinden dat fijn. Voor anderen is warmte minder prettig. Voor u allen geldt, zoek op tijd verkoeling en drink voldoende water.
De coronacrisis heeft ons tenminste één ding heel erg duidelijk gemaakt: onze gezondheid staat voorop. In de mooie lente die we hadden. In deze warme maanden. En ook straks, na de zomer, als het regent, waait en kouder wordt.
Terwijl ik op deze manier mijn vijftiende en voorlopig voorlaatste brief aan u schrijf, lees ik in kranten de eerste reconstructies van de coronacrisis. Een terugblik. Reflectie. Op een pandemie als nooit tevoren. Meer dan drie maanden heeft het coronavirus ons nu in zijn greep. In maart kwam de wereld tot stilstand. Beurzen stortten in. Ons land ging in een intelligente lock-down. Winkels, restaurants, bioscopen en musea sloten hun deuren.
In Zwijndrecht was het historisch stil op straat. Scholen dicht. Geen openbaar vervoer. Mensen werkten thuis, behalve onze helden in de zorg. Die kwamen handen en voeten tekort in het ziekenhuis en in de andere zorginstellingen, die we trouwens niet meer konden bezoeken. We leefden vrij plotseling in omstandigheden die we ons nooit hadden kunnen voorstellen.
Tegelijkertijd brachten de crisismaanden ons de nieuwe uitvinding van het woord samen. Samenleven met Corona. Samen bang zijn. En behulpzaam, voor elkaar. Saamhorig als nooit tevoren. De crisis bouwde bruggen tussen mensen. Met ijzers van verdriet en hoop. Met stenen van vertrouwen. Eensgezindheid als cement.
Ik heb het u allemaal zien doen; u hielp ouderen, u deed boodschappen voor elkaar, u naaide mondkapjes, u bedacht nieuwe businessmodellen, u werd creatief ... het moest .... uit nood geboren inventief. Op uw eigen manier heeft u gezegd: Zwijndrecht, ‘k heb je lief.
Hartelijke groet,
Hein van der Loo
Burgemeester
