De herberg stond op de dijk en de stal was bij het station Bakestein.
Ik denk nog wel eens terug aan de toekomst. Een beetje rare zin kan je zo denken. Hoezo terugdenken aan de toekomst? Dat komt vooral als ik terugdenk aan allerlei discussies over de toekomst van dit gebied die eigenlijk telkens opnieuw worden gevoerd.
Rond deze dagen denk ik vaker terug aan de toekomst vanuit het perspectief van wat wij vieren vanuit welke achtergrond dan ook. Kerst.
De veranderingen in Zwijndrecht verdreef ook wel mensen. De herberg op dijk is verdwenen en de stal is natuurlijk al langer passé hoewel aan het spoor bij Bakestein is die lang gebleven.
De aanleg van het spoor of de veranderingen aan dijk of de uitbreiding van woongebied of de aanleg van de tunnel bijvoorbeeld hebben veel teweeg gebracht.Ik heb daar vaak genoeg over geschreven maar telkens brengt het een brok geschiedenis en emotie mee.
De toekomst is ongrijpbaar om het zo maar uit te drukken. De aanleg van het spoor leidde tot een verdere ontwikkeling en daar kan je al die onderwerpen daar weer aan vast koppelen. Alle veranderingen brachten wel wat teweeg maar de aanleg van de tunnel hakte er wel het hardst in. Daar liep de emotie toch wel heel hoog op.
Dat blijkt wel uit de foto ; Stik maar met je tunnel. Vierhonderd eengezinswoningen moesten verdwijnen in de jaren zeventig in een tijd dat geluk nog heel gewoon was.
De Deltawerken hadden al veel teweeg gebracht maar daar was begrip voor omdat we tenslotte op de zeebodem wonen en iedereen droge voeten wilde houden. De watersnoodramp had dat wel duidelijk gemaakt. Maar die tunnel en dan het botweg moeten verdwijnen van een halve woonwijk bracht Zwijndrecht, of beter Meerdervoort niets. Een mooie wijkstructuur waar sociale cohesie was met een vast ontmoetingspunt in de vorm van het Hervormd centrum dat raakte toch wel de kern van het sociale leven in dat deel van Zwijndrecht.
Als ik dan zo de historie van Zwijndrecht bekijk en mensen er over hoor spreken dan merk ik een warm gevoel alsof ik in een huis kom waar geleefd wordt terwijl men spreekt over een wijk, een straat of een buurt. Vooral in de wijk Meerdervoort waar de huizen zijn verdwenen en de rijksweg de ruimte innam. Het gevoel waar men over spreekt is die enorme leegte die optreed alsof er familieleden zijn weggevallen. Zodra je dan op die herinnering komt dan is die mix aan emotie van toepassing.
Meestal treed er dan ook iets nuchters op, iets praktisch van niet bij de pakken neerzitten. Of dat nou iets Zwijndrechts is weet ik niet maar je kan het ook een soort gelatenheid vinden.
Wel herinner ik mij de boosheid van tal van bewoners die als het ware op de barricaden wilden klimmen om tegenstand te bieden, een sfeer zoals we die kennen van de Amsterdamse krakersrellen. Toch gebeurde dat niet omdat de huisvaders en moeders bezig waren met hun gezinnen veilig te stellen en te werken aan de toekomst. Ze werkten hard en hadden geen tijd en of zin zich tegen een overheid te verzetten die besloten had.
Wel waren er tal van praktisch ingestelde mensen die zich gingen bezighouden met het strippen van huizen. Het lood verwijderen bijvoorbeeld voordat de slopers kwamen. Het gaf een sfeer van stropers in het bos van de edelen.
Toch is de verbittering bij sloop toch altijd merkbaar als je er over spreekt of als de foto s van het moment weer opduiken. Of het nu de Da costastraat is die als eerste opgeofferd werd of de rest van de wijk. De kaalslag en het doorbreken van rijroutes, vertrouwde straatnamen die verdwenen schept een herinnering waar je na vijftig jaar minder van terug voelt maar ervaart op die plekken waar nu weer sprake is van sloop of een onduidelijke herinnering.
Wie teruggaat naar het Julianadorp dat herbouwd is in de jaren tachtig ziet dat het goed mogelijk is om een sfeer terug te krijgen. Een litteken laat altijd littekenweefsel achter. De tunnel laat meer dan een litteken achter want er is een deel geamputeerd. Wat het meeste leeft is hoe bewoners het proces ervaren. Ze worden zelden echt serieus genomen door een overheid.
Met die ervaringen kwamen een paar jaar geleden de mensen al weer tevoorschijn toen ze hoorden dat er weer gesloopt zou gaan worden. Een van mijn klasgenoten die ook moest verhuizen vanwege de tunnel was daar destijds wel wat rouwig onder maar hoorde ook bij de stropers van koper en lood.
Hij was toch echt een gezagsgetrouw mens in zijn achtergrond maar dan merk je dat er in ieder mens wel een soort “boefje”schuilt hoe gezagsgetrouw men ook is. Dat stukje humor en bravoure was mooi om te zien. Bij het terugkijken naar die toekomst zag ik dan zo de rijksweg en tunnel vorm krijgen als een soort beslag waarmee je een taart bakt. Het deeg werd gerold en rees als het ware de bouw pan uit.
Recent ging ik de wijk in om via referentiepunten de veranderingen nog eens te zien. Bij het hart van Meerdervoort stelde ik mij even het Hervormd centrum voor terwijl ik op de hoogte van de Lidl stond te kijken naar de hoge muur die dwars door Zwijndrecht getrokken werd als een gerezen taart die vergeten was op te eten.
Ik keek naar links naar de opgeknapte huizen die ze tegenwoordig theemutsen noemen en probeerde door de oogharen heen te kijken naar de te slopen huizen. Het was het eind van de middag nadat ik mijn boodschappen had gehaald terwijl het verkeer op stroopte op de Karel Doormanlaan richting brug. De nieuwe boefjes passeerden mij met luid kabaal. Het was lastig een goed beeld te krijgen hoe dit eruit zou kunnen zien. Hoe die boefjes later er weer hun gezinnen zouden hebben.
Met de ideeën in Dordrecht over de stadsbrug zouden die auto s daar nooit meer overheen kunnen en met de ideeën die ik las op Zwijndrecht.net over het verkeer zou het daar zelfs nooit meer rijden.
Ja dat deed mij terugdenken aan de toekomst zoals men dat in de jaren zeventig heeft kunnen ervaren als je zonder tekeningen hoort wat er gaat gebeuren en dat je maar moet zorgen dat je weer een mooie warme plek weer vindt om te wonen.
Geluk zit dan vooral in je hart Meerdervoort dacht ik maar. Donald Jones zong destijds zijn liedje over;, ik zou je in een doosje willen doen, dat ging natuurlijk over liefde maar, is voor mij altijd te plaatsen bij dit soort plekken.
Als ik de fotos zie en verhalen lees van Veerplein tot de Lindt vanuit weemoed, dan denk ik; ik zou je in een doosje willen doen. Dat gevoel had ik in mijn vorige column ook. Nu kijk ik uit voor de weemoed en plaats de foto s en verhalen liever in aparte hoofdstukken om te herlezen als de geschiedenis van het gebied met zijn mooie verhalen.
Verhalen waar de warmte uitstraalt van een mooie schooljeugd, de bezoeken aan oma, het spelen met vrienden en de leuke ondeugende dingen van de boefjes die later gewoon nette huisvaders worden en hun kinderen netjes opvoeden.
Ik luister naar de andere muziek dan Donald Jones, ik luister naar de top 2000 en hoor Teach your children well en zing mee over; two cats in the yard, life used to be so hard. Ja het leven is hard als er gesloopt wordt en er veel veranderd maar mooie herinneringen in je hart meedragen dat leidt toch echt tot een piek ervaring anders dan lijden.
Met de kerstgedachte die we al duizenden jaren zo neerzetten en ervaren in mijn hart kijk ik naar het hart van Meerdervoort en geniet van alle mooie lichtjes en geloof in het goede van de mens.
Kerstmis is het lichtfeest voor de wereld waarbij we van harte zijn verbonden met elkaar en met die ervaring van de lichtjes uit het hart van Meerdervoort denk ik terug aan de toekomst.