De binnenvaartdagen laten de geschiedenis herleven
Het was een druk weekend waarin de geschiedenis van Zwijndrecht centraal stond. Het was open monumentendag maar ook nog eens binnenvaartdagen en open dag bij de brandweer in hun kazerne. Het was een feestje, zou je kunnen stellen want de monumenten waren toegankelijk en dan was er ook nog eens het varend erfgoed waar de brandweer ook acte de présence gaf naast de open dag in de kazerne. Genieten dus want er was genoeg mogelijk.
Torens beklimmen op de rivier vergast worden met en door allerlei activiteiten de molen bezoeken die Zwijndrecht rijk is of gewoon op de fiets stappen en langs alle monumenten fietsen want het was ook nog eens prachtig weer.
Ik had vanwege rondleidingen in het oude raadhuis heel veel ontmoetingen met mensen waarvan ik er tal nog kende of eigenlijk zij mij. Ze moesten mij wel helpen met de momenten van herinnering, maar al vrij snel viel het kwartje en wist ik waarvan ik iedereen kende. Zo leverde veel van die ontmoetingen meteen weer verhalen op en stond ik gezellig te kletsen over zaken van vijftig, honderd of duizend jaar geleden alsof het niets was.
Zo kwam ik ook bij een recent overleden Zwijndrechter , Gerard Baan. Gerard ken ik uit de tijd dat hij in Toplicht actief was. De boerderij waar het cultureel werk een plek had naast de Bethelkerk. Het gebouw was net als veel andere gebouwen in die periode nou niet een echt degelijk bouwwerk. Aan de Kerkstraat stond ook zo een boerderij. Binnen dat gebied verdwenen in vrij groot tempo de oude gebouwen die ruimte maakten voor nieuwbouw.
Gerard was een echt geboren en getogen Zwijndrechter met een lange familiegeschiedenis.
In de gesprekken met mensen die hem niet kenden ( op de monumentendag) kwam hij naar boven als de betrokken mens die vol anekdotes zat en altijd strijdbaar was. Op zijn begrafenis kwam zijn geboortekaartje tevoorschijn. Geboren in de oorlog stond ook zijn geboorteadres er op. De Admiraal Trompstraat. Als je dan aan mensen vraagt waar dat was, dan denkt iedereen meteen aan de straat in kort ambacht. Geheel logisch zou je denken, maar in de oorlog werden straten herbenoemd.
Gerard was geboren en getogen in de Julianastraat en dat kon natuurlijk niet in de oorlog. Alle straten waren dus herbenoemd. Zo kwam dan ook het gesprek gauw op de overval ( distributiebonnen roof ) op het distributiekantoor dat in het oude raadhuis zat en de Stolpersteine voor de niet teruggekeerde inwoners in de oorlog.
In de gesprekken die ik voerde kwamen we al gauw op de verdere ontwikkeling van Zwijndrecht, scholen, leerkrachten en de interesses die bij henzelf leefden. Veelal ging mijn uitleg over het oude raadhuis en het hoe en wat en waarom het daar gekomen was, maar ook over de eerdere locatie op het Veerplein.
Juist vanwege de binnenvaart dagen was het leuk om het te hebben over Zomerlust, Veerplein en Maasplein. Al gauw bleek er voor iedereen wel een andere invalshoek aan vast te zitten en mijn opmerking was: ga vooral nu eens kijken hoe gezellig het is. Tenslotte kon je er meteen monumenten bekijken en zelfs de watertoren in en bij de oudheidkamer Vergulde Swaen binnenlopen.
Het leuke was dat juist ook dat het gebied aan de oever door contacten via social media boven was komen drijven. Een oud bewoner die nu in Canada woont vertelde dat zij boven van Rijswijk kleding had gewoond aan het Maasplein. Op oude foto’s is de reclame op het dak terug te zien. Het Maasplein, Veerplein en Zomerlust gaan nu een verdere transformatie in omdat de gemeente de openbare ruimte aanpakt. Het is nu wonen wat de klok slaat en niet meer het geluid van de industrie.
Ik zat nog even naar de verschillende foto’s te kijken en kwam ook weer die tegen van de stoomtram maar met wel heel veel rails. In het gebied beneden aan de dijk van de Kerkstraat heeft ooit de remise gezeten.
De foto toont de rails maar ook de vissersboten in de winter met een stuk oever wat bevroren was. Dat gebied was honderd jaar geleden dus een heel andere plek. De werf Kooijman zat daar terwijl de kade verder terug lag. Honderd jaar alsof het niets is, maar in die honderd jaar is er wel heel veel gebeurd en is watergebonden of verbonden activiteit gebleven.
Terwijl ik de hele dag vertelde over de geschiedenis van Zwijndrecht doken regelmatig de gedachten door het hoofd met de verschillende verhalen van verschillende generaties zoals die van Gerard of mensen die nog iets ouder zijn. De verandering zat nogal in de welvaart die langzaam maar zeker Zwijndrecht heeft gebracht waar we nu zijn.
Ik keek nog eens naar de plaquettes die verwezen naar de gebeurtenissen in de oorlog en zag daarbij meteen de nieuwe monumenten waarbij we stilstaan om te gedenken. Meteen dacht ik aan al die mensen die Zwijndrecht kenden en hun verleden misten. Wat zou het mooi zijn om heden en verleden te verbinden middels mooie verhalen zoals dat in het boekje , de groeten van Leo , eigenlijk gebeurt. De twaalfde druk ondertussen over het leven van Leo Meijer.
De verbeelding zoals een kind dingen meemaakt en vertelt is bijzonder. Wij vergeten makkelijk de mooie momenten zoals Leo die wel beschreef. Terwijl ik op zondag de binnenvaartdagen en de historische vereniging opzocht deed ik wat ik altijd doe als ik op het Veerplein ben; stil staan bij de Stolpersteine en over het water kijken alsof ik weer honderd jaar terug ben in de tijd. Kijken in de verbeelding alsof de oude zeilboten voorbij komen en het leven zeker niet makkelijker was.
Ik klim in mijzelf als een meditatieve oefening om de harde geschiedenis te filteren en de zachte stukken te ervaren om vanuit compassie weer de wereld in te stappen. Ik geniet van de geschiedenis maar geniet nog veel van de rust die ik daar uit kan putten en de positieve energie die daaruit voortvloeit.
Terwijl ik door de drukte van de binnenvaart dagen loop zie ik mijzelf daar aan de oever staan kijken zoals de mensen op de foto dat ook doen. Het leven is mooi als je het maar toe laat.