Wat is tenslotte honderd jaar

Deze week liep ik met een aantal mensen uit de wijk Julianadorp over de Bruïnelaan om uitleg te krijgen over de voortgang van werkzaamheden. Voor mij is het bekend gebied omdat ik daar al heel mijn leven rondloop. Vanwege de werkzaamheden kwam ook Heerjansdam ter sprake terwijl we op de hoek van de Bruïnelaan/Rotterdamseweg stonden.
Ik keek zo rond naar de bebouwing en bedacht me dat dit kruispunt nu zo’n honderd jaar de verbinding vormt naar dat andere stuk Zwijndrecht, Meerdervoort waar ook het station ligt. (De Lindelaan vormt de grens).
Ik keek zo rustig rond en bedacht me hoe het zou zijn als ik nu op de tram zou kunnen stappen richting Rotterdam en hoe ik Heerjansdam bereiken kon. Honderd jaar geleden was de werkelijkheid anders, maar de Rotterdamseweg is al heel lang een verbinding naar de dorpen en steden die al honderd en jaren de werkelijkheid van het stuk zuid Holland vormen.
Kijken we duizend jaar terug dan zijn de gehuchten nog kleineer en anders ingericht. Terwijl we door liepen, kwamen we zo op het onderwerp van terpen uit. Langs de dijk waar we stonden te kijken bij de oude kerk, vertelde ik één van de deelnemers over de terpen waar de boerderijen op hadden gestaan en wees de plekken aan die ondertussen moderne bebouwing hebben. Ook de plek van de molen was voor velen een blik van verwondering. Wij vergeten met het grootste gemak van wat er gestaan heeft of hoe het was als je er weinig mee te maken hebt gehad of gewoond en gewerkt hebt.
De Rotterdamseweg vormt een pracht van historische tijdlijn als je er oog voor hebt. Vanuit bouwkunst lees je aan de hand van de architectuur hoe oud en wanneer iets is gebouwd.
Ik zie veel oude foto's voorbij komen en zag pas weer een mooie foto van twee stoomponten die vice versa de oude Maas tussen Dordt en Zwijndrecht voeren. De rokende schoorstenen gaven wel aan hoe hard de machines moesten werken. Het hotel met tram ervoor aan de ene zijde en de auto’s richting stad aan de andere kant beschreven prachtig de sfeer. Het was alsof ik een Kuifje stripboek zat te lezen. Het avontuur spatte er vanaf, althans zo prikkelde het mijn fantasie. Dat deelde ik in mijn gesprek ook met een andere deelnemer die geïnteresseerd luisterde.
Het enthousiasme en de verbeelding die mij bezighouden, leiden dan ook vaak tot verdere onderzoeken naar de inrichting van het Zwijndrechtse leefgebied. Eigenlijk valt er altijd iets nieuws te ontdekken of te bespreken met bijvoorbeeld ambtenaren die in de uitvoering binnen dat gebied aan de slag moeten. Zij wroeten in de ondergrond waar vroeger alleen watergangen liepen die ondertussen gedempt zijn en waar huizen gebouwd zijn en leidingen en riolering lopen die soms op tekening niet te vinden is.
In Heerjansdam is dat ook zoiets en zie je langzaam zaken veranderen. Veranderingen die in deze tijd sneller gaan dan vroeger maar waar de zucht naar vroeger net zo goed leeft. We willen allemaal vooruitgang zonder verandering. De dorpswinkel wordt in stand gehouden door vrijwilligers. In een tijd waarin we alles via internet kunnen bestellen is dat een pracht initiatief.
Ik bedenk me hoeveel winkels er op het Veerplein en de dijk hebben gezeten in het tijdvak de stoomveerpont en als ik in die tijd richting Heerjansdam zou hebben gereden, tram,koets,auto of fiets,, dan zou ik tal van kleine winkeltjes zijn tegengekomen.Winkeliers die zich in leven hielden met een kleine omzet maar meteen ook een kleine groep mensen bedienden die dit gebied verder ontwikkelden. Het is een geweldig gevoel wat zich van mij meester maakt als ik naar de plaatjes kijk van honderd jaar geleden of de schilderijen van dit gebied.
Het gevoel van avontuur zoals ik eerder beschreef is heerlijk. Over heel de wereld kom ik op internet mensen tegen die hier gewoond hebben en op pad gegaan zijn om bij het zien van foto’s op die manier weer terug te komen in hun eigen Zwijndrecht.
Terwijl ik dan de reacties zie van al die continenten ontstaat bij mij het verhaal van de reis er naar toe als dat kuifje stripverhaal. Verre reizen die mij in mijn jeugd zeer tot de verbeelding spraken. Bij de behangwinkel van der Wiel kregen we het stripboek: Kuifje Raket naar de Maan die ik, stukgelezen, nog steeds in mijn bezit heb.
Ondertussen zijn er nog geen mensen uit Zwijndrecht die richting opgegaan maar het heeft mijn interesse zeker aangewakkerd om meer te weten te komen over het heelal. Nu kan ik genieten van stenen en fossielen van over de gehele wereld die naar Zwijndrecht komen (ja ook maanstenen maar die komen niet van de maan) in het Develstein. Het is wel passend bij het voormalig kasteel waar zeker een rariteitenkabinet zal hebben gestaan met bijzondere zaken.
In die ruim vijftig jaar van al die bijzondere zaken die daardoor naar Zwijndrecht kwamen is het mooi om vanuit verbeelding door eeuwen heen te zien en Zwijndrecht te zien als die plek waar bij wijze van spreken de Romeinen nog doorheen zijn gemarcheerd. Wat is honderd jaar geleden als je er zo naar kijkt.
Op de hoek Rotterdamseweg/Bruïnelaan of vice versa, kijk ik naar de panden die er staan. Villa Bertha of de voormalige dokterswoning, de nieuwe huizen zoals we die noemen en die al meer dan een eeuw oud zijn. Als ik stil ben en ik verplaats naar een eeuw geleden dan hoor ik de tram knarsen die richting remise achter de smid rijdt en daarvandaan de dijk op torst.
Waar het eindpunt op of aan het veerplein lag waar de stoompont met flinke rookpluimen zich naar de overkant ploegte. Het tijdsgewricht van honderd jaar is niets in vergelijking met de leeftijd van onze planeet waar zoveel mensen uit Zwijndrecht hun weg hebben gevonden.
Het Kuifje stripboek reis naar de maan is voor mij een mooie verbinding tussen het stoomtijdperk en onze huidige tijd
Ook als ik honderdtwintig wordt zal de verbeelding bij mij zorgen voor een pracht verwondering en zal ik mij weten te verbeelden hoe het er eeuwen eerder aan toe ging.