Voetbal is oorlog, van voetballers als Dick Groenewoudt en John ten Oever
Ik heb zelf niet heel veel met voetbal, ik ben meer een basketballer , maar heb wel wat met sport. Ik kijk graag naar de Tour de France vanwege het voorbijkomende land ( dit jaar de Tour Feminin hier in de regio) en alle gekkigheid die er om heen hangt. Dan ben ik op dit moment wel op het goede moment aan het schrijven want met het voetbal komt ook alle gekkigheid naar boven.
Ik herinner mij negentien achtentachtig met de winst van het Nederlands elftal, ja natuurlijk ben je dan trots op het nationale elftal, en met mijn eerstgeborene stonden wij negen hoog te kijken naar claxonneerde auto’ s en mensen die in kleine groepjes op fietsen allemaal zingend en zwaaiend voorbij trokken. Voetbal verbroederde op deze manier enorm.
Nu is het weer zover dat het Nederlands team een stap verder is en zag ik hoe Turkse en Nederlandse mensen verbroederden ondanks het verlies van de eerste. De Koninginneweg stond weer vast en de rotonde bij de passage vormde opnieuw een centraal punt voor feestvierders. Gelukkig ging dit keer alles goed en waren er geen vernielingen, gewonden of stapels glas op de weg. Dat is dan het mooie van sport, het kan zo een geweldig feest zijn.
Toch heb ik niet echt iets met voetbal. Misschien komt dat door al het geschreeuw en gejouw, het jullie zullie gedoe, of gewoon het feit dat iedereen het beter weet. Hoe dan ook herinner ik mij voetbal van vroeger en ja, wat is vroeger. Het is vooral dat vriendschappelijke, althans wedstrijden waar voetbalfans elkaar niet afrossen, we gaan naar Rome zong Willy Derby in negentien vierendertig. Nou ja dat is erg lang geleden maar met de laatste wedstrijd van Nederland Turkije zag ik wel zoiets vriendschappelijks. Als het zo mag blijven maakt dat mij wel blij en trots.
Als kind heb ik nooit gevoetbald en mijn broer heeft een blauwe maandag bij VV Zwijndrecht gespeeld dus misschien zit daar wel dat gebrek aan verwantschap met voetbal. Ik kijk graag naar Engels voetbal en zie dan veel Nederlandse voetballers, het is een ander land en een andere sfeer die helpt. Ook daar zie ik vrouwenvoetbal en dat is heerlijk anders. Ik herinner me dan veel meer de jaren zestig als ik dat zie en de daaropvolgende jaren. Zwijndrecht kende geen grote clubs en Dordrecht had DFC toch een aardige amateur betaald voetbalclub. Later werd dat natuurlijk FC Dordt.
Omdat ik zelf niet voetbalde maar wel langs de voetbal in Dordrecht fietste als ik de brug af kwam voelde ik wel enige verwantschap. In Zwijndrecht voetbalde vrienden bij VVGZ of Pelikaan, bij Zwijndrecht of Groote Lindt, maar ik kende niemand die bij DFC voetbalde.
Toch bleek ik uiteindelijk wel meer mensen te kennen die bij DFC voetbalden maar kwam daar pas veel later achter. Recent sprak ik Dick Groenewoudt en vanwege het voetbal, hadden we het eerst over de Tour de France, maar mijn vraag was naar Arpad Weisz waar hij zich voor had ingezet. (De joodse trainer van DFC die negentien vierenveertig in de oorlog was vermoord.)
Via die weg wist ik dat Dick bij DFC had gespeeld met een aantal andere mensen die ik kende. Dick had tot zijn achtentwintigste gevoetbald waarna zijn knieën hem in de steek lieten. Hij is ondertussen eenenzeventig jaar lid van DFC, een club waar hij in negentien drieënvijftig lid van was geworden vlak voor de watersnoodramp.
Na zijn carrière als amateur betaald voetballer, geld kregen we niet, hij heeft allerlei bestuursfuncties gedaan en ook nog in de tuchtcommissie van de KNVB gezeten. Voor de liefde is hij naar Zwijndrecht gekomen en daar woont hij nog steeds aan de Bruinelaan. Vanwege de verschillende kennissen kwam het gesprek op die mannen waarmee hij had samengespeeld maar ook hoe hij, terwijl nog op de kweekschool (dat tegenwoordig lerarenopleiding heet )zat, op de zaterdagmiddag met een aantal van die mannen in een grote Amerikaanse auto, naar Limburg werd gebracht -zeg maar gescheurd, om daar te spelen. School was zes dagen, net als de werkweek destijds. Een aantal namen passeerden de revue waaronder die van John ten Oever die ik kende uit de tijd van zijn werk bij woningstichting Volkshuisvesting Zwijndrecht-Dordrecht.
Zo kwamen de verhalen over het voetbal steeds verder terug naar de jaren zestig en zeventig en zag ik op de foto’s de ondertussen toch wel oudere mannen als Jonkies vol vuur op het veld.
John ten Oever zag ik in actie tegen Fluks, wat een namen toch, maar ook zag ik de vlinder, de spoorbrug die er maar kort heeft gestaan. Slechts twintig jaar en dat is best kort voor een brug.
Daaruit maakte ik op dat John langer heeft gevoetbald dan Dick en dat klopte.
John kan met net zoveel passie praten over voetbal, en over vissen, en geniet er beslist van. Bij het zien van de foto wist hij meteen , O dat was tegen Fluks. Voor mij is het grappig om te merken hoeveel mensen ik ken van DFC maar het destijds met hen nooit over voetbal heb gehad.
Nu fiets ik nog steeds veel en vaak door de regio en kom ook vaak langs VV Heerjansdam, die het ook goed doet en een mooie geschiedenis heeft. DFC bestaat ook nog maar is veel kleiner omdat het FC Dordt ondertussen de club is.
Toch kom ik alle regionale clubjes wel weer tegen als ik op maandagmorgen de krant doorblader en herken gaandeweg de namen.
Voetbal is oorlog zei Rinus Michels, de generaal, en dat is een mooie uitspraak. Als ik zie met hoeveel toewijding mensen als Dick Groenewoudt en John ten Oever over hun club en vrienden praten gaat mijn hart toch open voor het voetbal.
Ik hoop van harte dat Nederland weer ver mag komen en dat de verbroedering die ik zag, het volksfeest wat het was op straat met Turkije Nederland, zijn vervolg mag krijgen.
Hup Holland hup zingt het door mijn hoofd in de versie van Jan de Cler uit negentien vierenvijftig. Ik zeg altijd maar van voetbal weet ik niet veel en dan meteen speelt het liedje van Louis Davids door mijn hoofd, de voetbalmatch.
Voetbal en muziek, voetbal en geschiedenis, dat raakt mij. Ik geniet van de sportieve elementen, als ik dan; we never walk alone, hoor van Lee Towers dan denk ik aan Liverpool en aan de verbinding die het maakt. In Rotterdam zingen ze per club een ander lied, maar het eerste waar je aan denkt is hand in hand kameraden en dat zag ik de mensen doen na de wedstrijd. Mooi toch, Zo word ik toch nog emotioneel van en door voetbal.