Laten we Zwijndrecht vieren met herinneringen
Over Zwijndrecht wordt al zo'n duizend jaar geschreven. Nu is dat schrijven duizend jaar geleden vooral het naam noemen en niet zoals een column maar in de vorm van een giftbrief aan bisschop Ansfried uit duizend zes die in duizend achtentwintig wordt bevestigd.
Wie een beetje in geschiedenis thuis is weet dat er in die tijd er genoeg gebeurde op de aarde als het om eigendomsrecht ging. Willem de Veroveraar legde het mooi vast in het domesday book, voor Engeland, als een soort kadaster om belasting te heffen.
Voor de meeste mensen is de geschiedenis toch veel dichterbij, dat wat je in generaties mee hebt gemaakt of gebeurd. Zo was het mooi om recent te horen dat de geschiedenis van de Burgemeester de Bruijnelaan ging leven bij een bedrijfsbezoek. De burgemeester de Bruïnelaan is zo’n honderdtwintig jaar bestraat en legde de verbinding richting station en de Rotterdamseweg. De verbazing die ik hoorde over de bedrijvigheid op deze nieuwe straat was ook wel een vorm van respect.
Wie de origine van menig bedrijf niet kent wordt wel overvallen door respect als je er achter komt hoe op zolder ontstane ondernemingen uitgegroeid zijn tot florerende bedrijven.
Nu is er in het ontstaan van veel Zwijndrechtse bedrijven wel een mooi verhaal te vertellen. Loop je een rondje door Zwijndrecht, dan zijn er veel plekken aan te wijzen die verwijzen naar ontstaan geschiedenissen. Bij één van die wandelingen met een groepje mensen van de gemeenteraad wees ik zo op een aantal plekken die men niet kende. Gelukkig kennen ze er wel een flink aantal omdat ze die ook bezoeken.
Toch is er over die duizend jaar geschiedenis met boeren en buitenlui genoeg te vertellen. Het is niet alleen leuk maar ook mooi om te weten hoe er honderden jaren bloed zweet en tranen zijn gevloeid om te komen waar we nu zijn.
We zijn blij als we honderd jaar bestaan van een bedrijf kunnen vieren of we weten dat een familie nog langer in Zwijndrecht gehuisvest is. Want daar ligt het dragen van de identiteit van Zwijndrecht. Gelukkig zie ik hele generaties van instromers die zich in Zwijndrecht vestigen en zich daar direct verbonden mee vinden en zo hoort het ook.
Met de geschiedenis van Willem de Veroveraar zie je hoe identiteit en afkomst een stempel kunnen drukken op de geschiedenis.
Zwijndrecht was dus een bezit van de Bisschop Ansfried en de documenten zijn altijd betwistbaar maar hoe dan ook is in de tijd van Willem de veroveraar genoeg strijd om eigendomsrecht en zal Dirk IV in die periode door strijd om het leven komen op de plek van thuredrecht.
Toch is de rivierenloop en het water voor Zwijndrechts historie van belang. Het ontstaan van ons gebied dat na de bedijking meer vorm heeft gekregen leidt wel toch tot het hedendaagse Zwijndrecht waar industrie komt en gaat en de woningbouw uitdijend steeds meer Zwijndrechters herbergt.
Als je Zwijndrecht van boven bekijkt, en dat vooral middels foto’s uit het verleden, dan zie je hoe dat water Zwijndrecht gevormd heeft. De houtvlotten die naar Zwijndrecht kwamen om verwerkt te worden en de Zwijndrechtse nieuwlichter Stoffel Muller meebracht, of de molen welgelegen die in zestien-zesennegentig werd gebouwd . De molens aan de oever waarvan de rijstpelmolen de Rozenburg wel de bekendste is of de Grienduil die juist weer door Willem Schippers bekend is geworden, zijn allemaal geschiedenis die verdwenen zijn of voor nieuwkomers niet of minder bekend zijn.
Nu kan er gewoond worden op de plek van de rijstpelmolen en zo kwam ik recent bewoners tegen die daar wonen en verbonden zijn met Zwijndrecht. Cees de Moré en zijn vrouw die eerst aan de rand van Oudelands Ambacht woonden waar vroeger boerderijen stonden vlak naast de Pietermankerk, wonen nu dus weer op een historische plek.
Beiden zijn bekend in Zwijndrecht door hun werk of kunst en ik ken Cees ook van zijn werk als bode op het gemeentehuis. Hij en zijn oud collega’s hebben op een heel andere manier gewerkt dan de huidige bodes maar gewaardeerd voor hun werk worden zij allen nog steeds. In het gezellige gesprek over hoe het was en hoe het is, zag ik twee heel tevreden en blije Zwijndrechters die duidelijk genieten van hun woonplek.
Denk ik nog eens aan die Burgemeester de Bruinelaan, dan denk ik ook aan de kappers die daar zaten en waarvan de firma Luijcx (drieënvijftig jaar ondertussen) nog steeds actief is. Victor en Yvonne die ik al langer ken wonen ook aan de oever van de Maas en hebben hetzelfde mooie uitzicht dat ook de familie Moré heeft . Beide families kennen het Zwijndrecht van de oevers met de Rijstmolen of de houthandel van Drimmelen waar zij nu wonen maar genieten graag van dat uitzicht waar ooit de rivier de Thure stroomde richting Lindt. De geschiedenis van Zwijndrecht via de geologie gezien met zijn/haar rivieren en stroompjes is net zo mooi als die van de generaties van boeren, burgers en buitenlui allemaal mooie mensen met pracht verhalen. Ik denk nog weleens aan het boek van de honderdjarige man die uit het raam klom en verdween.
Met iemand als Gerard Baan als voorbeeld, waar ik wel eens over geschreven heb, en de verhalen van de andere families, zou ik ook over Zwijndrecht wel zo’n boek kunnen schrijven.
Laten we vieren dat Zwijndrecht zo lang beschreven of geschreven wordt en gewoon genieten van de mooie dingen die zijn.