Lokaal wonen en werken

06 december 2012 door Willem Schneider

Het heeft lang geduurd voordat ik weer aan de slag ging met mijn column.  Druk kan je dan verklaren terwijl mijn feitelijke drive eigenlijk zoiets is als dagelijks er een te schrijven. Nu is dat dan wel weer werk om het zo maar te benoemen. Mijn insteek naar historie is dan iets lastiger  omdat er dan wel heel detaillistisch geschreven moet worden maar toch.

Nee het is dan weer Sinterklaastijd en met de actualiteit om me heen is er dan wel weer een heel mooie insteek te vinden.
Antoin Scholten is vertrokken  naar Venlo.  Zijn Simon was het opgevallen dat het staande horloge in de raadzaal het uitzicht had wij zij nu nog in Zwijndrecht hebben, het uitzicht op Dordrecht.
Het mooie van het staande horloge is dan ook zijn ouderdom maar daar wil ik nu niet op ingaan.

Tempus Fugit staat vaak boven klokken oftewel de tijd vliegt.
Deze week stond er een artikel in de AD de Dordtenaar over ambtenaren die niet wonen in de plaats waar zij werken en hun betrokkenheid.
De commissaris van de Koningin in Zuid Holland, wiens naam ik niet zal noemen, is zelfs woonachtig in Zwolle.

De stelling is betrokkenheid en bij het bezoek van de commissaris aan de Zwijndrechtse gemeenteraad , die hij veel te duaal vindt, memoreerde hij al dat het verhuizen in deze tijd een obstakel kan zijn voor een bestuurder om te verhuizen iets wat dus ook voor ambtenaren een probleem kan zijn.
Verhuizen naar een andere plek kan dus beslist lastig zijn.

Mijn  vader verhuisde naar Zwijndrecht om daar te gaan werken. Hij woonde in bij de zus van mijn oma van moeders kant want vindt maar eens een woongelegenheid in Zwijndrecht in 1955. In 1956 , 5 december om precies te zijn verhuisde mijn gezin, ongeboren als ik was, naar Zwijndrecht. Economisch gebonden kon dat want dat was en is heel lang een eis geweest voordat je ergens kon wonen of zelfs in aanmerking voor een huis kwam.

Dat was dan niet alleen huur maar ook voor koopwoningen zo. Sterrenburg is daar een mooi voorbeeld van. Koopwoningen bleven onverkocht omdat de Dordtenaar ze niet kocht.  Jaren zeventig dus, door openstelling voor mensen van buitenaf werd het daarom mogelijk een huis te kopen en stroomde Dordrecht vol. Dat gold natuurlijk voor de hele Drechtsteden. In Zwijndrecht zag je dat ook gebeuren want net als mijn vader kwamen er veel mensen van buitenaf in Zwijndrecht wonen die al dan niet economisch gebonden waren.

Wie in die periode ambtenaar wilde worden had een flinke kruiwagen nodig want in het oudsher christelijke Zwijndrecht werden de baantjes verdeeld onder hen die binnen de kerk hun deel hadden of bij gebleken geschiktheid anders toegelaten werden. Met de instroom van vreemd volk zag je daarin gaandeweg verandering komen. Ambtenaren werden steeds politieker. Het was duidelijk wie van welke partij was en middels een stuk handjeklap werden er dan ook functies vergeven.

De betrokkenheid van de ambtenaar was dan ook niet alleen dat hij of zij  hier woonde maar echt deel uitmaakte van de maatschappij, de kerk, de sport, de besturen enzovoort.
Zwijndrecht was daar zoals er nu nog genoeg dorpen zijn klein genoeg om dat zo te regelen.
Je kan je afvragen of dat gezond is maar dan moet je dat duidelijk tegen de tijd afzetten.

Iemand maakte deze week de opmerking naar mij dat het een hele cultuurshock geweest moest zijn om vanuit Zwijndrecht naar Dordrecht te moeten voor allerlei zaken. Nee antwoordde ik wat de leuke winkels stonden daar nu eenmaal en het was een gezellig uitje met de veerpont waarop de auto s ook overgingen of de bus die vlakbij het centrum stopte. Vanaf het Wagenveld zo naar het centrum Dordrecht waar je nu bijna ook weer uit kan stappen maar dan met een slechtere verbinding in een kwalitatief betere bus. Ook de pont is er nog ( ook al durft men die waterbus te noemen).

Het is vooral de tijdschaal en de eisen in de tijd en de regels die veel strenger waren dan wat wij nu mee maken.
Er was rivaliteit tussen de dorpen en de stad maar ook tussen de kerken maar gezien de geschiedenis is dat niet onlogisch met dat verschil dat in het tijdsgewricht waarin ik geboren ben  het eigenlijk niet zou mogen doorklinken. Daar zie ja dan nadrukkelijk het probleem , zou niet mogen geeft aan dat het gebeurde en nu nog gebeurt.
Staan wij wel voor de economische groei of staan we voor dogmatische verhoudingen die in stand gehouden moeten worden.
Het zou goed zijn om de mensen te stimuleren te verhuizen en in een soort poel van huizen verkoop cq ruil ze de mogelijkheid te bieden te verhuizen.

Want huren dat is niet mogelijk voor een beetje ambtenaar omdat deze teveel verdienen volgens de Europees gestelde norm.
In het verleden was het zo dat de woningverdeling van huurwoningen veel meer handjeklap ging ondanks wachtlijsten. De corporaties waren duidelijker verdeeld in denominaties en het toewijzen ging middels een visitatiecommissie.
Met het huidige systeem staan er dus wel veel obstakels om in tegenstelling tot mijn vaders tijd om te verkassen. Maar weeg ik de obstakels en onmogelijkheden af dan was men in zijn tijd toch met een groter avontuur bezig dan in de hedendaagse  tijd.

De betrokkenheid  is dus iets waar mensen hun kracht moeten gaan tonen als zij niet wonen waar zij werken. Ik ben heel veel te vinden in Dordrecht, maar ook in Papendrecht en minder in Alblasserdam en Sliedrecht en Ambacht reken ik net als Zwijndrecht tot de Zwijndrechtse waard gemeente. Mijn betrokkenheid als Drechtstedeling zie je dan ook terug in eerste instantie in de gemeenteraad van Zwijndrecht daarnaast als actief Zwijndrechtse waard lobbyist en nog duidelijker als lid van de agendacommissie voor de Drechtraad waar ik heel vaak voorzitter ben.

In die rol kunnen de mensen uit de Drechtsteden mij toch weer vaak zien in de diverse Drechtsteden.
Ik voel me betrokken bij al die plaatsen en leer steeds beter alle ins en outs kennen. Mij interesse en drive maken het dan ook dat ik steeds beter kan zien hoe alle hazen lopen en liepen . En hazen die zie je van Heerjansdam tot met Dordrecht lopen , of eigenlijk amper meer  maar in de historie veel terugkomen.

Een ambtenaar moet dus niet roepen mijn naam is haas en ik weet nergens van maar betrokkenheid tonen. Vooral moeten we af van het benauwde jaren vijftig denken waar we alles handjeklap regeleden. Niet lullen maar poetsen, geen woorden maar daden. Laten we nu weer eens zien dat we iets kunnen in plaats van te miepen dat de crisis er is. Zwijndrecht kent een historie van de schouders er onder  en dat tonen we ook in de Drechtsteden. 

Laten we weer eens ouderwets durven en een grote stap te nemen. Mijn vader en met hem heeft dat in het verleden gedaan met niets en nog minder de toekomst in.

Tempus Fugit  is het credo maar niet Festina lente

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.